“Ga je golven?”, is een van de meest gehoorde reacties als ik vertel dat ik een ruimte nodig heb om te kolven. Met daarna de lichtelijke afschuw op sommige gezichten als ik zeg: “Nee, kolven, melk, borstvoeding, ontploffende tieten, je weet wel”.
Ik neem dat niemand kwalijk. Pas als je ergens in een kamertje je borsten laat leeglopen begrijp je wat er allemaal bij komt kijken. Dat het niet lukt als je maar tien minuten tijd hebt, als het te koud, of te warm is, als er mensen in en uitlopen, of als het ergens stoffig en vies is.
Toch heb ik op heel wat plekken gekolfd; in de kelder van een surfschool, in pashokjes, in de auto natuurlijk, in de bibliotheek van het filmhuis, een lege filmzaal, een kast, een opslaghok naast de keuken van een restaurant, een scheikundelokaal en natuurlijk in de meterkast. (Ja, echt)
Logisch ook. Als freelancer heb ik geen vaste werkplek en moet ik me een beetje schikken naar de omstandigheden. Maar hoe zit dat met vrouwen die een vaste baan hebben? Beroerd, blijkt na wat onderzoek. Hoewel werkgevers wettelijk verplicht zijn een goede ruimte te regelen, is het in de praktijk vaak bedroevend slecht geregeld.
Best begrijpelijk, gezien veel werkgevers misschien zelf nooit gekolfd, en dus geen idee hebben. Wel tijd om dat eens even in beeld te brengen en zo hopelijk meer werkgevers te laten inzien dat een goede ruimte echt belangrijk is.
Ik zoek nog steeds nieuwe deelneemsters!